Hierbij de gegevens uit WDS:
Basismoduul van de ZKE V
De basismoduul van de centrale carrosserie-elektronica ZKE V stuurt de volgende functies aan:
Ruitenwissen en -sproeien
Koplampreinigingsinstallatie
Elektrisch bediende ruiten
Centrale vergrendeling
Diefstalbeveiligingsinstallatie
Interieurverlichting
Verbruikersuitschakeling
Afstandsbediening
Toegevoegd vanaf diagnose-index 42 of 52 (introductie vanaf 03/2003):
Spiegelmemory, spiegelverwarming en spiegelinklappen
De basismoduul is in twee uitvoeringen beschikbaar:
High-versie (volledige uitvoering)
Low-versie (zonder elektrische bediende ruiten, achter)
Varianten van de basismoduul
Voor de basismoduul zijn de volgende ontwikkelingsfasen beschikbaar:
Basismoduul met diagnose-index 40 (High-versie) of 50 (Low-versie)
Toepassing tot 09/2002
Basismoduul met diagnose-index 41 (High-versie) of 51 (Low-versie)
Toepassing vanaf 09/2002
Redesign-versie met de volgende wijzigingen:
Gewijzigde hardware
Uitgang interieurverlichting gepulseerd ter compensatie van boordnetschommelingen
Extra uitgang uitschakeling stroomverbruikers VA2 voor regeleenheden
Regensensor kan naar wisserstand 2 schakelen
Aanpassingen aan E85 Z4 en E83 X3
Basismoduul met diagnose-index 42 (High-versie) of 52 (Low-versie)
Toepassing vanaf 03/2003
Als de redesign-versie, echter bovendien met LIN-bus voor de spiegelfuncties en voor een centraal schakelaarblok
Aansturing van de spiegelfuncties: Spiegelmemory, spiegelverwarming en spiegelinklappen
Opslaan van de spiegelstanden bij spiegelmemory
Spanningsvoorziening
Elektronica
Via pin 10 (klem 31) en pin 47 (klem 30) van de 54-polige stekker wordt de elektronica van de basismoduul van spanning voorzien.
Belastingcircuits
De belastingcircuits van de verbruikers die op de moduul zijn aangesloten, worden via de 15-polige stekker gevoed.
Pin 1: klem 30 voor interieurverlichting, ruitensproeierpomp, ontgrendeling kofferdeksel/achterklep en verlichting van de verbruikeruitschakeling.
Pin 8: klem 30 voor ruitmechanismen, voor.
Pin 9: klem 30 voor aandrijving van centrale vergrendeling.
Pin 10: klem 30 voor de ruitmechanismen, achter, of de elektrisch bediende uitstelbare zijruiten.
Pin 15: klem 31 voor de aandrijvingen van de centrale vergrendeling en de ruitmechanismen.
K-bus
Algemeen
De basismoduul staat via de K-bus in verbinding met andere regeleenheden. Hij ontvangt en verstuurt gegevens via de K-bus.
De basismoduul ontvangt onder andere de volgende gegevens via de K-bus:
Stand contactslot (status van klem R en 15)
Intervaltijd ruitenwissers van regensensor
Stadslicht (klem 58) ingeschakeld
Aanrijdingsdetectie door airbagregeleenheid
Status van EWS (sleutel in contactslot, sleutel geldig enz.)
Diagnose
Bovendien verloopt de diagnosewerking met de basismoduul via de K-bus.
Vanuit de diagnosetester komen diagnosetelegrammen via de RxD-draad bij het instrumentenpaneel (combi). Van daaruit worden de gegevens via de K-bus aan de basismoduul doorgegeven.
De diagnosegegevens die de basismoduul verstuurt, gaan via de K-bus, het instrumentenpaneel en de RxD-draad terug naar de diagnosetester.
LIN-bus
Bij basismodules vanaf 03/2003 (diagnose-index vanaf 42 of vanaf 52) is op de moduul bovendien een LIN-bus aangesloten (LIN = local interconnect network). Op de LIN-bus kunnen de buitenspiegels en een schakelaarblok voor de verstelling van de spiegels en de elektrisch bediende ruiten zijn aangesloten
Klem R
Algemeen
De status van klem R wordt zowel via de K-bus als via een draad geregistreerd. Dit maakt het gebruik van “klem R-afhankelijke” functies (bijv. ruitenwissers) mogelijk, ook als de K-bus een storing vertoont.
Codering
Algemeen
Vele functies van de basismoduul zijn via codeergegevens aan optiegerelateerde componenten en verschillende landspecifieke eisen aangepast.
Na het vervangen van de basismoduul moet dit daarom via het codeerprogramma
Ruitenwissen
De wisfuncties worden door de basismoduul V van de centrale carrosserie-elektronica (ZKE) aangestuurd.
Ruitenwissen
Algemeen
Alle wisfuncties zijn vanaf stand 1 van het contactslot (klem R) actief.
Wissersnelheid 1 en 2
De wissersnelheden “1” en “2” worden afhankelijk van de rijsnelheid aangestuurd.
Snelheid
Schakelaar in stand 1
Schakelaar in stand 2
< 4 km/h
Intervalwissen
Wissermotor in stand 1
> 4 km/h
Wissermotor in stand 1
Wissermotor in stand 2
Bij een ingeschakelde snelheid 2 wordt bij > 210 km/h teruggeschakeld in snelheid 1 om het loskomen van de ruitenwisserarm te voorkomen.
Intervalwerking
In de eerste stand van de wisserschakelaar wordt de intervalstand van de wisser geactiveerd. De intervaltijd kan via een draaischakelaar op de wisserschakelaar in vier standen worden ingesteld. Bovendien wordt de intervaltijd door de rijsnelheid beïnvloed.
Ruitenwisserschakelaar
Schakelaarstanden
De wisserschakelaar kan in de standen:
interval = eerste stand
wissersnelheid 1 = tweede stand
wissersnelheid 2 = derde stand
worden gezet.
Deze standen worden via twee draden aan de basismoduul V doorgegeven.
Draad SW 1
Draad SW 2
Werking
0
0
Ruststand, wissers UIT
1
0
Interval
0
1
Wissersnelheid 1
1
1
Wissersnelheid 2
Potentiometer voor wisinterval
Voor een variabele instelling van de intervaltijd is in de wisserschakelaar een potentiometer aangebracht die als draaischakelaar fungeert. De draaischakelaar kan in vier standen worden gezet. De basismoduul V herkent aan de hand van de verschillende weerstandswaarden de schakelaarstand en daarmee de ingestelde intervaltijd.
Weerstand
Schakelaarstand
Intervaltijd(afhankelijk van de rijsnelheid 0 - 150 km/h)
2 kOhm
Stand 1
25 tot 13 seconden
4 kOhm
Stand 2
17 tot 7 seconden
6 kOhm
Stand 3
10 tot 3 seconden
8 kOhm
Stand 4
5 tot 2 seconden
Ruitenwissermotor
Wissermotor en wisserrelais
De ruitenwissermotor heeft twee snelheden. Voor de stroomvoorziening zorgt een extern dubbelrelais.
De uitgang WI 1 (signaalnaam) op de basismoduul schakelt de wisser in. De uitgang WI 2 (signaalnaam) schakelt de wissermotor in stand 2.
Terugstelcontact
Het terugstelcontact in de ruitenwissermotor dient voor het herkennen van de ruststand van de ruitenwissers. Het contact is als sleepring uitgevoerd.
Blokkeerbescherming
De informatie van het terugstelcontact wordt gebruikt voor het herkennen van een mogelijke blokkering van de ruitenwissermotor.
Als bij een ingeschakelde ruitenwissermotor de terugmelding van het terugstelcontact gedurende 16 seconden uitblijft (omdat bijv. geen sproeiervloeistof aanwezig is), wordt de wissermotor onmiddellijk uitgeschakeld.
De wissermotor wordt pas na een wachttijd van 3 minuten of na klem 3 uit weer ingeschakeld.
Het inschakelen gebeurt echter niet automatisch, ook niet als de wisserschakelaar ingeschakeld blijft (kans op letsel), maar pas als de wisserschakelaar uit- en vervolgens weer wordt ingeschakeld.
De blokkeerbescherming is bij alle wissersnelheden actief!
Interne stroommeting in de basismoduul
Interne stroommeting via diagnose
De diagnose van het basismoduul van de ZKE V maakt het aflezen mogelijk van de stroomwaarde van de op de basismoduul aangesloten spoel voor het ruitenwisserrelais (fase 1 en fase 2) en het relais van de koplampreinigingsinstallatie.
Om een exact meetresultaat te verkrijgen wordt bij de controle de te controleren spoel aangestuurd en de stroomwaarde uit het basismoduul afgelezen. De evaluatie van de stroom gebeurt in het testmoduul automatisch.
Richtwaarde
Voor een accuspanning van 8 tot 16 V gelden de volgende stroomwaarden:
Relaisspoel
Stroomwaarde
Opmerking
Wissersnelheid 1
60 - 200 mA
Spoel in het wisserrelais K11
Wissersnelheid 2
80 - 240 mA
Spoel in het wisserrelais K11
Koplampreinigingsinstallatie
60 - 200 mA
Spoel in de koplampreinigingsinstallatiemoduul K 6
Storingsevaluatie
Als bij de stroommeting de richtwaarde bereikt, dan zijn de volgende componenten in orde:
Relaisuitgang in het basismoduul
Leiding tussen basismoduul en relais
Zekering en plusvoeding voor het relais
Relaisspoel in het relais
Als de richtwaarde niet wordt bereikt, kunnen de volgende storingen herkent worden:
Meetwaarde
Mogelijke storingsoorzaak
0 - 20 mA
Draad van de basismoduul naar het relais onderbroken of kortsluiting naar massa. Relaisspoel onderbroken. Uitgang basismoduul niet correct.
20 mA - 60/80 mA
Contacten geoxideerd. Relaisspoel niet correct.
groter dan 200/240 mA
Kortsluiting van de draad of de relaisspoel naar de plus
De volgende storingen kunnen niet automatisch herkent worden:
Relaiscontacten niet correct (belastingscircuit van het relais niet correct)
Draad van het relais naar de ruitewissermotor/koplampsproeierpomp niet correct
Ruitewissermotor/koplampsproeierpomp niet correct
Deze componenten worden in de volgende teststappen gecontroleerd.
Succes.
Ruud